In Les Misérables (1862) beschrijft Victor Hugo de ‘tamelijk leelijke, zonderlinge en uit twee naturen bestaande bastaardvelden’ die de stad omgeven. Anderhalve eeuw later zijn het dezelfde ambigue non-plekken waar Lawrence James Bailey’s belangstelling naar uit gaat. Waar hij zich in eerder werk focuste op het grensgebied tussen stad en platteland, en het ruige niemandsland dat die overgangszone typeert, gaat hij deze zomer op zoek naar de stedelijke wildernis van Amsterdam. ‘De stad is menselijk domein; volledig ontworpen en georganiseerd, maar toch groeit er onkruid tussen de stoeptegels. Ik ga op zoek naar de vaak ongeziene plekken waar cultuur en natuur met elkaar in botsing komen of in elkaar overgaan en er een messy limbo ontstaat.’
In juli en augustus transformeert Lawrence Galerie Bart tot zijn onderzoekscentrum, waar hij materialen verzamelt, ordent en met elkaar in verband brengt, werkt aan tekeningen en textiele werken en resultaten tentoonstelt.