De van origine Zwitserse kunstenaar Christina Forrer (1978) is een begaafde visuele verteller en knappe wever. Zij streeft ernaar haar werk eenvoudig en licht verteerbaar te maken door middel van magisch-realistische “droomverhalen”.
Tekst: Dorothé Swinkels
Voor het grootste deel volgt het werk van de in Amerika wonende en werkende Christina de traditionele “regels” van het tapijtweven. Haar werken zijn rechthoekig, opgebouwd uit discontinue inslagen, vaak een slag gedraaid waardoor de ketting horizontaal komt, en afgewerkt met zichtbare kettingdraden. Tijdens honderden uren weeft de kunstenaar haar ontwerp op het oog.
In haar werk weet ze scènes van angst en geweld, passie en gelukzaligheid, het epische en het intieme, een grootse tapijttraditie
en de pretentieloze overtuiging van het ambachtelijk werk te integreren.
Haar werken zijn zowel fantasierijk als brutaal, eerlijk, cartoonesk en soms schrijnend angstaanjagend.
Als een van de belangrijkste inspiratiebronnen noemt Christina de door Lise Gujer geweven wandtapijten van Ernst Ludwig Kirshner. Zowel hij als Christina gebruiken vaak krachtige kleuren en geabstraheerde figuratie, hebben belangstelling voor en gebruiken de taal van de volkskunst. Een andere geciteerde inspiratiebron is het werk van Hannah Ryggen, wier figuren, op dezelfde manier als bij Christina, de conventies van schaal, perspectief en anatomisch realisme negeren.
Forrers cartoonachtige figuren hebben een zekere menselijke gelijkenis. Vaak zien we alleen maar delen van lichamen, hoofden met maskerachtige expressie.
“Haar werken zijn zowel fantasierijk als brutaal”
Ze hebben overdreven kenmerken zoals schotelvormige ogen en een lange tong. De kenmerkende variaties in schaal en de abrupte verschuivingen lijken ontleend aan de beeldtaal van stripverhalen.
Christina verkent de vele vormen van universele, interpersoonlijke conflicten in zowel alledaagse interacties als grootschalige, wereldwijde. In haar vereenvoudigde verhalen combineert ze het volkse naïeve met het cartooneske.
Haar figuren lijken visueel met elkaar te kletsen door middel van lange, wiebelige tongen, slangachtige pluimen die, terwijl ze botsen en verstrengelen, spraak, verlangen en conflict lijken te symboliseren.
De kleur van sommige praatpluimen suggereert dat de inhoud van de opmerking vervelend is. Soms zelfs worden deze “praatpluimen” met kracht door de kelen van de andere figuren geduwd.
Forrer is een begaafde verteller en knappe wever. Haar werk verbeeldt een algemeen gevoel van onbehagen en soms zelfs boosaardigheid wat, in combinatie met haar wat chaotische composities en harde kleurcombinaties, ervoor zorgt dat haar speelse tekenstijl niet verwordt tot enkel schattigheid.
> Naar de website van Christina Forrer
Hoofdbeeld: Christina Forrer, Untitled (green background), 2018, Katoen, zijde, linnen en wol 302,3 x 203,2 cm © Christina Forrer; Courtesy of the artist, Luhring Augustine, New York, and Corbett vs. Dempsey, Chicago.