In de abstracte site-specific installaties van de Amerikaanse kunstenaar Rachel Hayes (1977) komen kunst, design, mode, ambacht en architectuur samen. Haar werken passen zich aan de omgeving aan, maar benadrukken deze tevens. Door het grootschalige karakter van haar installaties, haar interesse in schilderkunst en het ambacht van het naaien, is haar werk een balans tussen kracht en kwetsbaarheid. TxP (Textiel Plus) 249 opent met een werk van Rachel.
Tekst: Dorothé Swinkels
Rachel Hayes gebruikt textiel in relatie tot de omgeving. Door middel van het ophangen en soms leggen van haar doeken, die zijn samengesteld uit verschillende kleuren doorschijnende stukjes stof, onderzoekt zij de werking van licht en schaduw. Ze maakt daarbij gebruik van de eigenschappen van het materiaal, zoals transparantie, kleur en vorm.
“Haar installaties vullen de blauwste luchten aan en barsten helder uit op bewolkte dagen.”
Rachel realiseert haar site-specific installaties op zeer uiteenlopende plekken, zowel binnen als buiten. De ruimte is haar achtergrond, haar installaties vullen de blauwste luchten aan en barsten helder uit op bewolkte dagen.
Kleur interesseert Rachel: “Kleur heeft de kracht om aandacht te trekken en kan iemand naar binnen zuigen. Voor mij is kleur een bouwmateriaal. Kleur is ook emotie. Ik vergelijk het met de kracht die muziek kan hebben.” Rachel streeft ernaar dat haar kleurige samengestelde lappen “zweven”, zonlicht doorlaten en bewegen op de wind. Zo krijgen ze als het ware een eigen leven.
Rachel heeft haar hele leven textiel om zich heen gehad en verzameld. “Ik heb veel referenties en vermeng die in de hoop iets nieuws en fris te creëren.” Van haar oma en moeder leerde ze quilts maken. Ongeveer vijftien jaar geleden kreeg ze van een vriendin een stukje textiel gemaakt door haar Koreaanse oma in de pojagi-techniek, een oude patchworktechniek die vooral mooi is als er licht door de lappen kan vallen.
Rachel maakt gebruik van elementen van de pojagi-techniek; haar werk is doorschijnend, waardoor het licht mooi door de lappen stof heen kan vallen. Bovendien heeft haar werk geen voor- of achterkant, waardoor de lappen vrij in de ruimte kunnen hangen. Om dit te bereiken gebruikt Rachel de Engelse naad, waarbij de rafelkant opgesloten wordt in de naad zelf.
Komende zomer vouwt Rachel een aantal van haar grote lappen op in haar koffer en gaat ermee op stap om ze op verschillende plekken in het landschap te fotograferen. Een bijkomend voordeel van de lichtgewicht techniek die ze gebruikt.