Ze vindt kunst bijzonder omdat je met slechts een paar dingen iets kunt maken, iets kunt verbeelden; een gevoel of herinnering oproepen, een verhaal vertellen. Met haar beelden wil de Nederlandse beeldend kunstenaar Juliette van de Walle (1971) bevreemding, beweging, evenwicht, filosofie en speelsheid hand in hand laten gaan. Ze zijn opgebouwd uit gebruikte objecten, of onderdelen daarvan. Zoals een schrijver met woorden een roman schrijft zo werkt zij aan het vormgeven van een visuele gedachte; ze haalt weg, voegt toe en verandert.
Tekst: Dorothé Swinkels
Haar werk is grappig, vrolijk en door de gebruikte materialen aaibaar. Kijkers voelen zich met regelmaat op het verkeerde been gezet, ze vragen zich af of het werk schattig, aaibaar is of dat er iets anders aan de hand is.
Soms ontlokt het een glimlach, soms ook nodigen de werken uit om erop te gaan zitten (serie lammobielen en hobbelpaarden) en halen ze het kind bij de kijker naar boven.
Haar materiaal- en inspiratiebronnen, vaak (alledaagse) gebruiksvoorwerpen, vindt Juliette in speelgoed-, tweedehandszaken of op straat; ze laat zich erdoor verrassen. Juliette: ‘Als ik denk: daar kan ik wat mee, dan neem ik het mee naar m’n atelier, het ligt er vol mee. Meestal duurt het een tijdje voordat ik ermee aan de slag ga. Soms maak ik een schetsje, maar meestal zit het al in m’n hoofd. Ik ga met spullen aan de slag, ga bouwen/ beeldbouwen. Als ik tijdens dit bouwproces een glimlach voel opkomen zit het meestal goed, dan komt het beeld tot leven.’
"Ik zag het helemaal voor me, een weiland vol schapen met maskers"
Kort na de 9/11 ramp kocht Juliette een restant gasmaskers op, het werd het begin van haar “gasmasker-serie”. Juliette: ‘Het idee dat misschien iedereen zo’n masker zou moeten dragen, gaf mij de inspiratie om ze te personaliseren. Kort geleden breidde ze, op verzoek van haar galeriehouder, deze serie uit. In reactie op de MKZ-crisis (2001) maakte ze een serie dierenmaskers. ‘Ik zag het al helemaal voor me, een weiland vol schapen met maskers’, zegt ze.
Een andere serie werken bestaat uit “poppen” van 4,5 meter, gemaakt in opdracht van de Stichting Portable Collective en onder andere geëxposeerd tijdens het festival Stand Out To Sea (SOTS) (2014) in de oude haven van Rotterdam, met het doel het festival af te bakenen met kunst. Ze vertelt: ‘Een beeld van stof met die afmetingen lijkt in je atelier erg groot, maar buiten valt dit dan weer mee. Gelukkig waren er sterke mannen die mee hielpen met het ophangen.’
> Naar de website van Julliette van de Walle
Hoofdbeeld: Juliette van de Walle, "Covid 3.0", 50 (h) x 16 (b) x 30 (d) cm, (2020), gemengde techniek.