Altijd lastig een grote gemene deler te vinden voor een overzichtstentoonstelling met materiaal als enige overeenkomst. Bij de Textiel Biënnale Rijswijk 2019 gebruiken de tweeëntwintig geselecteerde exposanten textiel vooral om verhalen te communiceren.
Tekst: Chris Reinewald
“Het rode vaandel volgen wij.” Onze idealistische overgrootouders liepen ooit achter een meegedragen borduursel met een heilige of politieke strijdkreet erop geborduurd. Lawrence James Bailey buigt deze eenduidige beeldtaal om naar onze tijd met motto’s als “Party on!” en “Hail Darkness!”.
Meer kunstenaars vermengen melancholie en nostalgie. Nigel Cheney’s gepatchworkte lijkenzakken – die soldatennamen op monumenten voor de Eerste Wereldoorlog hun identiteit teruggeven – ogen bijna huiselijk.
Lia de Jonghe vertaalde star gefotografeerde familieportretten in fijne borduurlijntjes. Samen vormen ze een “Ahnentafel”, een voorouderlijk album. En kijk ‘ns hoe knuffelbaar Higi Jung haar gestorven schoothondjes als grof geknutselde troetels laat voortbestaan.
Kristine Fornes gaat tot het rafelrandje van vergankelijkheid. Ze verzamelt oude, tot op de draad versleten zijde, verft ze en borduurt er dunne, zeer kwetsbare landschapjes op. De heerlijk huilerige tafereeltjes voegen zich hier perfect in het negentiende-eeuwse voormalige woonhuis van Tollens, een nog amper gelezen Nederlandse romantisch dichter. Fornes doorbreekt het taboe dat textiel altijd kleurecht, smet- en slijtvrij hoort te zijn. Extravagante natuurlyriek bieden Ana Teresa Barboza’s gefotografeerde boslandschappen die ze “overweeft” met een jungle van losse dradenslierten.
"Na zulke visuele luidruchtigheid vraagt Mark Newport om meer kijkgeduld met zijn fijnzinnige abstracte, doorwerkte stoplappen."
De kleurig gedecoreerde droedels van Mirjam Kruisselbrink aarzelen of ze abstract of figuratief willen zijn. Vergelijkbaar postmodern zijn de schalkse knuffelobjectjes van Max Colby, gebaseerd op Hispano-kitsch. Kayla Mattes parafraseert computerbeeldtaal zoals Paul Yore met zijn grote naïevige protestcollages flink tegen van alles fulmineert.
Na zulke visuele luidruchtigheid vraagt Mark Newport om meer kijkgeduld met zijn fijnzinnige abstracte, doorwerkte stoplappen. Voor de traditioneel-moderne monumentale textielobjecten van Josefina Concha kan de leesbril weer af. Haar ruimte opeisende werk heeft een abstracte zeggingskracht die deze Biënnale – ondanks alle breedte – verder toch wat mist.
Hoofdbeeld: Nigel Cheney (foto: Chris Reinewald).