Interdisciplinair kunstenaar en onderzoeker Erika Hanson (1984) woont en werkt in Michigan, Verenigde Staten. Haar werk varieert van video’s tot participatieve publieks-installaties, maar haar wortels liggen in het weven. Het begrip landschap is een centraal thema in haar werk. ‘Ik probeer op iedere locatie een relatie te leggen tussen het landschap en dat wat het bewoont en helpt vormen, zoals rotsen, mensen, korstmossen, hekken, grondeekhoorns en planten.’
Tekst: Mattanja Coehoorn
Voor haar weefsels gebruikt Erika een computergestuurd Dobby weefgetouw met 16 schachten. De lange structuren die ze op de computer ontwerpt zijn afgeleid van keperbindingen. Tijdens het weven manipuleert ze die dan weer, om te spelen met ritme en herhaling. Ook gebruikt ze tapijt- en inlegtechnieken om kleurlagen toe te voegen en de composities te verschuiven. De schering verft ze na het inrijgen, de inslag voorafgaand aan het weven.
Erika: ‘Ik zie weven als een samenwerking tussen wever, getouw en materiaal. Ik heb wel een idee hoe een weefsel eruit zal gaan zien, maar er zijn ook andere variabelen, zoals mechaniek, tijd, en menselijke fouten. En ik hou van weven omdat het speelt met de flexibiliteit van dimensies: het lijkt een tweedimensionaal oppervlak, maar de constructie ervan is driedimensionaal.’
Alles verandert
Aan het begin van de pandemie startte Erika het project Future Ecologies, een verbeelding van de huidige en toekomstige staat van de woestijn in het zuidwesten van de VS: een droog meer, roze tinten, bosbrandrook, korstmos, een rots, een neprots, de horizon. Met geweven wandtapijten, gevonden en gemaakte objecten en foto’s en video’s verbeeldt ze de ecologie van een plek en alle relaties die daarbij horen. Ze legt nadruk op de tijdelijkheid van dingen, of dat nou het moment van een menselijk gebaar is, of de levensduur van geologisch gesteente: alles gaat voorbij. ‘Ik zie permanente flux als een pad om nieuwe toekomsten voor te stellen.’
Pogingen tot tijdreizen
‘Tijd is een raar fenomeen. Het kan tegelijkertijd snel en langzaam verlopen, en we ervaren de tijd tegenwoordig vaak via een digitaal scherm. Ik heb een serie doeken geweven om deze perceptie van tijd te veranderen, bewust en geduldig wevend in een poging om me te verhouden tot dingen die bestaan buiten mijn individuele tijdschaal, zoals rotsen, bomen, steden. Misschien kunnen dergelijke gebaren helpen om te speculeren over een ander heden en een andere toekomst.’