De Belgische kunstenaar Jessie Georges is op de eerste plaats bezig met beeld, niet met het materiaal: dat komt op de tweede plaats. Ze werkt zeker graag met textiel, zoals met gedragen kleding, meestal kinderkleding of kleding van oudere mensen. Doordat de vorige eigenaar haar onbekend is, kan ze deels zelf haar verhaal creëren. Voorheen maakte ze installaties (foto 4)
Tekst: Dorothé Swinkels
Zij reflecteert haar werk op onze cultuur en hoe het uiterlijk ons beeld van anderen beïnvloedt, zeker in deze tijd waarin identificatie steeds meer een keuze is. Hoe wij anderen zien, hangt af van hoe we ze voor ons zien. En dat is beïnvloed door de keuze die de persoon zelf maakt, of in het geval van kinderen, de keuze die de ouders maken. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar juist dat is interessant voor Jessie.
Aan knopspelden
Gebruikte kleding laat zichtbare en onzichtbare sporen zien van de voormalige drager. Een kledingstuk was ooit een deel van hoe deze persoon gezien werd door anderen. Jessie legt uit dat zij in de kleding snijdt: ‘Ik ga de kledingstukken eigenlijk kwetsen om iets bloot te leggen, de architectuur van het kledingstuk onthult een nieuw potentieel verhaal dat erachter kan zitten. Af en toe naai ik delen weer aan elkaar’. De nieuw ontstane vorm, hangt zij met knopspelden op aan een muur.
Onomkeerbaar
Zij werkt altijd met de hand, soms neemt het meerdere maanden in beslag, soms enkele minuten. ‘Elke handeling is onomkeerbaar. Ik snij en naai soms bij. Af en toe voeg ik ook iets toe, zoals gouddraad of kralen, soms ook wat ijzerdraad of profielen om het in vorm te houden’. Echt nieuwe technieken gebruikt de kunstenaar niet. ‘Ik doe wel ingrepen door te snijden en te naaien die niet vanzelfsprekend zijn, waardoor het resultaat kan verrassen’.
De kleur wordt bepaald door het gevonden kledingstuk, evenals de vorm en grootte.
Ruimte voor verdere ontwikkeling
‘Textiel is een materiaal dat bepaalde eigenschappen heeft die deel uitmaken van mijn esthetiek, en zal dus vaker terugkomen in mijn werk. Maar het moet mij niet beperken in het beeld dat ik wil creëren. Door mijn concept ruimte te geven kan ik namelijk blijven ontwikkelen.’