In kunstruimte Nieuw Dakota in Amsterdam-Noord is textiel werk te zien van Preta Wolzak, Maja Bajević, Eylem Aladogan en anderen. Het menselijke – of het gebrek daaraan – staat in deze expositie centraal. “Migrating Textile: The Senses in Jeopardy” is nog te zien tot en met 15 juni 2019.
Tekst: Mare van Koningsveld
Het was de uitvinding van het weefgetouw die de industriële revolutie in de achttiende eeuw van start liet gaan. Technologische ontwikkelingen zetten een tijd van vooruitgang, maar ook van verval op sommige gebieden in gang, zo betoogt kunstenaar Maja Bajević in haar videowerk Arts, Crafts and Facts (2015). Met een in werking zijnde weeffabriek in voormalig Joegoslavië als achtergrond, wordt daarin door een koor een operavoorstelling opgevoerd. De monotone klaagzang, die begeleid door het gestamp van de weefgetouwen bijna een soort mantra wordt, beklaagt de macht van de industriesector en grote bedrijven tegenover de machteloosheid van de arbeidersklasse.
“Het pleidooi voor de menselijke maat, waarvan textielkunst de kleine, intieme uiting kan zijn, is in deze expositie duidelijk een rode draad”
Het werk van Bajević is onderdeel van de kleine expositie “Migrating Textile: The Senses in Jeopardy” in kunstruimte Nieuw Dakota in Amsterdam. Hoewel de tentoonstelling met betrekking tot textiel wat losjes is gecureerd – niet alle werken hebben een duidelijke link met textiel – is het pleidooi voor de menselijke maat, waarvan textielkunst de kleine, intieme uiting kan zijn, duidelijk een rode draad. Zoals Bajević de menselijke proportie en de textielambacht weer terugbrengt in de grote anonieme industriële hal, zo presenteren ook de andere kunstenaars het persoonlijke of het menselijke, of juist het gebrek daaraan, in hun werken.
Van Preta Wolzak zijn vier kleine geborduurde portretten te zien van mannen en vrouwen die de Noord- en Zuidpool ontdekten of bewoonden. Het zijn mensen die niemand kent of die we vergeten zijn – in onze westerse samenleving hebben ze geen plek gekregen en Wolzak heeft ze weer een gezicht gegeven. Iconische, stoere representaties zijn het, waarbij we bijna alleen de gezichten zien die ons direct aankijken. Bijzonder is daarbij hoe het fijne gedetailleerde garen, waarbij sobere kleuren afgewisseld worden met felle tinten, voor het gezicht en het haar contrasteert met de grove onbewerkte wol en het leer gebruikt voor de kleding.
In het werk – collage prints en een borduursel op doek – van Eylem Aladogan zijn het juist de mensen die ontbreken. Aladogan toont objecten en landschappen uit de Turks-Koerdische cultuur en geschiedenis. Dat hier geen mens te zien is, maakt juist zowel de menselijke rol als het slachtofferschap in deze bloedige strijd voelbaar. Vooral het geborduurde berglandschapje Red, Yellow, Green (2017) met Koerdische en Turkse vlaggen maakt de tragiek invoelbaar. Op het eerste gezicht lijkt het een typisch kitscherig ouderwets borduurwerkje dat je vaak tegenkomt in oude huizen, maar dichterbij gekomen blijkt het geen aantrekkelijk landschap, maar een beklemmend leeg (militair?) gebied. Zo blijkt dat het intieme en huiselijke voorkomen van een borduursel onverwacht nog erg bedrieglijk kan zijn.
Hoofdbeeld: Katerina Sidorova, Some Must Wash Their Sins, Some Will Drown Their Sorrow.