Vrouwenfiguren, tranen, watervallen, rivieren en oceanen, de werken van Sophie Utikal (1987) zijn sensuele werelden die verhalen verbeelden gebaseerd op zowel traumatische als plezierige ervaringen van migratie en zelfempowerment als vrouw van kleur.
Tekst: Dorothé Swinkels
Wat het eerst opvalt in het werk van kunstenaar Sophie Utikal is dat ze zachte en harmonische kleuren textiel gebruikt, maar de samenstellende delen vastzet met zichtbare zwarte steekjes waardoor de randen zeer ruw lijken.
"Ik geloof dat het nodig is om gezien te worden"
Het blijkt een transgenerationele naaitechniek, gebruikt door vrouwen in haar familie in Colombia.
In haar werken zijn de vrouwenfiguren vaak zelfportretten zonder gelaatstrekken, in zekere zin ontmenselijkt. Ze concentreert zich op de kleur van huid en haar. Sophie zoekt voortdurend naar een nieuw bewustzijn en persoonlijke emancipatie: ‘Ik geloof dat het nodig is om gezien te worden in je eigen complexiteit om te kunnen zijn. Dit is wat ik wil bereiken met mijn werk.'
Al van kindsbeen af kent Sophie de felgekleurde “Arprillas”, een Zuid-Amerikaanse volkskunst die gebruikmaakt van appliqué, borduurwerk en patchwork om scènes uit het dagelijks leven te verbeelden en tot doel heeft herinneringen en schoonheid in huis te brengen. Het was de inspiratiebron om met haar figuratieve textielvertellingen te beginnen. Ook zij verbeeldt haar dagelijks leven, dat wat haar ontroert, bang maakt.
‘Het coronavirus heeft dingen veranderd’, vertelt Sophie, ‘ik ben afgelopen zomer naar Berlijn verhuisd, niet een makkelijk moment in verband met covid-19. Zonder de mogelijkheid een sociaal netwerk op te bouwen zit je dan in een sociaal isolement, deprimerend voor een sociaal mens als ik. Werken is mijn ontsnapping, ik werk dus heel veel. Ik verbeeldde bijvoorbeeld in mijn werken de effecten van de pandemie op mijn emoties; maakte een werk over mezelf in quarantaine: “Staying with myself” en een werk over de gevoelens van verbondenheid en ontheemding op een moment van een onbekende toekomst: “What was, is gone”.'
Een afwijkend werk is "Starry Night", er is een verongelukte Duitse politieauto te zien. Het is kritiek op de politie; hoe zij nu functioneren jaagt mij angst aan. Ik stelde me een toekomst voor waarin de politie niet meer bestaat en is aangespoeld als een overblijfsel uit het verleden. Het werk werd als gedrukte poster en groter dan het origineel, verspreid door de stad opgehangen.
> Naar de website van Sophie Utikal
> Naar de Instagram van Sophie Utikal
Hoofdbeeld: Sophie Utikal, Catching my own tears, 2020, 5,13 x 2,20 m, Foto: Joanna Legid.