Tentoonstelling 'Extra Large' vertelt de wereldgeschiedenis met gobelins

Het eerste wandkleed dat je ziet bij het betreden van de expositie in Rotterdam, is er direct een van de beroemde Spaanse kunstenaar Joan Míro (1893 -1983): ‘Compositie nummer 2’ uit 1966, waarop Míro met wit-grijze lijnen en een rood-oranje cirkel naar stierenvechten èn Japanse kalligrafie verwijst. Het doek hangt echter wat ondankbaar op een kort muurtje – haaks op de wand waar de grote introductietekst van de expositie hangt – en pal naast het lelijke bordje van de nooduitgang. Het is een wat misleidende start van een imposante expositie met meer dan zestig meesterstukken uit de collectie van het Manufacture des Gobelins in Parijs.

Tekst: Mare van Koningsveld

In de eerste ruimte wordt in een zwart-wit video en een aantal zaalteksten het weefproces uitgelegd en wordt uitgeweid over de indrukwekkende geschiedenis van de Manufacture – begin zeventiende eeuw huurde het hof van koning Hendrik IV (1553-1610) van Frankrijk bedrijfsruimte van de familie Gobelin om hier Vlaamse tapijtmakers onder te brengen en sindsdien heeft de organisatie zich ontwikkeld en geprofessionaliseerd tot het staatseigendom Manufacture de Gobelins dat het nu is – voordat de werkelijke presentatie begint.

Enorme tapijten

Daarna gaan we van start met het echte werk: in de volgende tien zalen die thematische titels als “Geweven Herdenking”, “Exotisme tussen Wereldoorlogen” en “Meesters van de Moderne Tijd” hebben meegekregen, hangen steeds gemiddeld zo’n vier enorme tapijten. De opzet is voornamelijk chronologisch waarbij gestart wordt met de periode rond de Eerste Wereldoorlog en in de laatste ruimte geëindigd wordt met hedendaags werk. Daarbij is de reis die je als bezoeker aflegt niet alleen kunsthistorisch (de Manufacture wist namen als Míro, maar ook Pablo Picasso (1881-1973), Alexander Calder (1898-1976), Sonia Delaunay (1885-1979), Victor Vasarely (1906-1997) en Louise Bourgeois (1911-2010) te strikken voor opdrachten) maar ook historisch.

Politieke boodschappen

Wandkleden lenen zich door hun formaat bij uitstek voor grote – politieke en idealistische – boodschappen. Zo hangt er in de zaal “Geweven herdenking” een enorm werk getiteld ‘La France 1918’ waarin kunstenaar Georges Desvallières (1861-1950) zijn persoonlijk verlies alsook dat van Frankrijk verwerkte: zijn dochter en in de werkelijkheid gesneuvelde zoon beeldde hij af als onsterfelijke figuren in klassieke gewaden die de waarden en kracht van Frankrijk op dat moment moeten uitbeelden. Daarna volgen tapijten die tussen 1923 en 1937 – tijdens het Interbellum – zijn gemaakt en die met hun uitbundige kleurige voorstellingen vol allegorieën de kolonies van Frankrijk idealiseren.

Kleurrijke abstracte weefsels

Opvallend is het om te zien dat de tapijten die in de periode na de Tweede Wereldoorlog tot eind jaren negentig van de vorige eeuw zijn gemaakt, steeds minder de uiting zijn van ideologieën en steeds meer een resultaat van een hang naar abstractie of een spel met kleur en vorm. Wat leidt tot de waanzinnig knappe abstracte en kleurrijke weefsels van begin jaren zeventig van Victor Vasely en de grillig gevormde driedimensionale monochrome weefsels van de Argentijnse beeldhouwer Alicia Penalba (1913-1982). Om rond de millenniumwisseling ‘de wereld’ weer terug te laten keren in de kunst van de wandtapijten: maatschappelijke thema’s zijn weer zichtbaar, maar politieke boodschappen worden ingewisseld voor hedendaagse thema’s als emancipatie en digitalisering.
Mooie voorbeelden hiervan zijn ORLANs (1947) vervormde zelfportret (ontworpen in 1998) en Christophe Luzins ‘Le jardin des gobelins’ (ontworpen in 2001, geweven in 2011-2012), waarvan de gepixelde voorstelling van een tuin zowel refereert aan onze digitale beeldcultuur als aan de kunsthistorische stroming het pointillisme.

Tegenstellingen

Een van de meest interessante zalen is “Het verweven van Grootheidswaan”, waarin tegenovergestelde denkbeelden tegenover elkaar worden gezet. Hier wordt het idealistisch en sobere werk ‘Liberté’ (ontworpen in 1943, voltooid in 1952) van kunstenaar en verzetsstrijder Jean Lurcat (1892-1966) omringd door groteske nazistische voorstellingen. Zo hangt er in deze ruimte een enorm protserig kleed van Werner Peiner (1897-1984), naar verluidt de favoriete kunstenaar van Hitler, dat hij maakte voor de residentie van toenmalig minister voor buitenlandse zaken van nazi-Duitsland.
De neoclassicistisch uitgevoerde voorstelling van een Romeinse god met een staf met hakenkruizen, vervoerd door een strijdwagen getrokken door ossen, is protserig en vlak en daarom artistiek en stilistisch niet interessant, al zorgt de exuberante lijst van materialen waaruit het werk is opgebouwd – drieënhalve kilo goud, meters aan zijde en zilverdraad en wol – wel voor verwondering.

Wandschilderingen van de moderne tijd

Het is wel enigszins jammer dat het tapijt van Peiner een van de weinige weefsels in de expositie is waarvan de precieze toedracht en presentatie bekend zijn. Wandkleden worden immers sinds de Middeleeuwen gemaakt voor specifieke doeleinden en ruimtes en hebben altijd een belangrijke functie – de relatie met de architectuur waarvoor ze gemaakt worden – gehad. In een artikel in het NRC over deze tentoonstelling wordt duidelijk dat de meeste van deze kleden normaliter de wanden van Franse ministeries en ambassades sieren, maar die informatie alsook de visualisatie daarvan mist helaas in de expositie in de Kunsthal in Rotterdam. Interessant in die context is ook de theorie van Le Corbusier (1878-1965), wiens tapijten ook deel uitmaken van de tentoonstelling. Deze architect zag wandtapijten namelijk als ‘de wandschilderingen van de moderne tijd’. Hij beschouwde deze ‘muralnomads’ als een zelfstandig medium met architectonische kwaliteiten: je kon ze oprollen en elders weer uitrollen en ophangen, zoals men in de Middeleeuwen ook gewend was te doen. Het zou mooi geweest zijn als deze theorie ook zijn weg had gevonden naar de Rotterdamse presentatie.

> Naar de expositie Extra Large

Hoofdbeeld: Louis Anquetin (1861-1932), The mobilization, 1935 Manufacture de Beauvais 410 × 322 cm, wool, Collection Mobilier national © Mobilier national (foto: Philippe Sébert).

Meer

Ana María Hernando maakt de ongekende mogelijkheden van tule zichtbaar
De veelzijdigheid van werken in textiel te zien in Museum de Kantfabriek
Eva Fàbregas toverde een industriële hal om tot een surrealistisch landschap met amorfe sculpturen
Esther Bornemisza - “Approaches” Modern Fiber Art
0 items | € 0

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en schrijf je in!

Nieuwsbrief