Twee jaar geleden vluchtte Roua Alhalabi uit Syrië. "De eerste twee maanden in Nederland waren moeilijk, ik sprak de taal niet en begreep niks." Nu is ze docente Natuurlijke verf- en zeefdruk bij het BORO ATELIER in Amsterdam.
Tekst: Karin Stroo
Net buiten de ring van Amsterdam-West staat het voormalige HTS-gebouw. Tegenwoordig is het een ambachtelijke broedplaats voor creatieve ondernemers. Het BORO ATELIER heeft er een prachtig hoog klaslokaal met uitzicht op een lommerrijke binnentuin. Hier kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een leer- werktraject volgen. Ze leren naaien, textielverven en zeefdrukken.
Lotje Terra: "Mijn prioriteit is dat je met alles hier terecht kunt."
Lotje Terra (38) en Celia Geraedts (36) zijn de oprichters van het BORO ATELIER. Duurzaamheid en sociaal ondernemen staan voorop. Zo wordt er met natuurlijke verf gewerkt en gebruiken ze biologisch katoen. Terra lacht, ze haalt een foto tevoorschijn van een felblauwe sexy slip die werd verkocht bij Zeeman: "Deze is teruggeroepen omdat veel vrouwen last kregen van eczeem vanwege de gifstoffen die na het verven overgebleven waren. Een mooi voorbeeld van hoe slecht synthetische verf kan zijn."
Tweeënhalf jaar zijn ze bezig. Onder de paraplu van het BORO ATELIER valt BORO MINI: hier kun je babyspullen kopen zoals lakens en slabbetjes. Terra: "Met subsidie van Sociale Helden* zijn we begonnen. We hebben een pilot gedaan met de eerste deelnemers van het traject: Roua en Fares. Beiden zijn doorgestroomd en werken nu in het atelier."
Roua Alhalabi (31) roert in een grote ton met daarin indigo verf. Er drijven blauwe luchtbelletjes bovenop, volgens Alhalabi een teken dat de verf van goede kwaliteit is. Niet zonder trots zegt ze: "Ik werk hier nu acht maanden." Alhalabi laat het hele productieproces zien: van de bakken met verf tot aan de droogruimte. Voor iemand die nog maar twee jaar in Nederland woont, spreekt ze de taal buitengewoon goed. Zelf denkt ze daar anders over: "Ik spreek het een beetje", lacht ze vriendelijk. De negen statushouders krijgen hier in het atelier anderhalf uur per week Nederlandse les, speciaal gericht op de vaktermen uit de textielindustrie, zodat ze ook kunnen uitstromen. Roua Alhalabi heeft het BORO ATELIER gevonden via Refugee Start Forces, een platform dat statushouders koppelt aan ondernemingen – en omgekeerd.
Het leren van de verftechnieken en het zeefdrukken vond Alhalabi niet moeilijk. "Ik geloof dat als je iets leuk vindt je het ook makkelijk leert. Celia en Lotje zijn heel lief en hebben veel geduld. Ze leggen het je uit tot je het goed doet." Naast statushouders werken bij het BORO ATELIER ook vijf mensen die met een burn-out te maken hebben gehad of die al langdurig werkloos zijn.
Lotje Terra heeft nog meer ambities. "We willen de productie opschalen, maar omdat we een duurzaam en sociaal doel hebben gaat alles twee keer zo langzaam. We maken het onszelf wel lastig, maar we doen geen concessies." Ze wil ook meer systeem en logica in het productieproces: "We zijn nu met een aantal externe opdrachten bezig waardoor we achterlopen met de voorraad van de webshop. Dat kan natuurlijk niet."
Celia ontwikkelt ook de recepten voor de plantaardige verf. "Dat is onze kracht maar tegelijkertijd is het ook lastig, je kan niet zomaar even stoffen bestellen. Daar zijn we een jaar mee bezig geweest. Want we wilden het ook niet van te ver weg laten komen. Dan voldoe je weer niet aan je locale sociale doel. Het biologische katoen wordt geïmporteerd, maar het weven gebeurt in Europa." Het atelier heeft het nu druk met een aantal externe opdrachten. Ze hebben duizend shirts voor het Duitse merk Merz b. Swanen gemaakt en handgeverfde tasjes voor het merk Levi’s.
Lotje lacht: "De kleuren die we nu helemaal goed hebben, zijn roze, blauw, groen en grijs. Dat hebben we niet zo bedacht, maar die komen van de meekrapwortel en de bladeren van de indigoplant. Het zijn heel oude ambachten. Hoewel, de synthetische kleuren bestaan nog helemaal niet zo lang. Maar het is wel de meest vervuilende industrie na olie. 'Hoe is mijn kleding gekleurd?' is nog niet echt de vraag die bij veel mensen speelt…"
Er drijven linnen gymschoenen in een bak met verf, voor de winkelketen Tenue de Nîmes. Die hebben best veel met blauw gedaan en nu willen ze roze. Roua: "We verven de schoenen met meekrap, ze moeten een hele tijd in dit bad. Maar… eerst een periode in koudbeits, dat maakt de schoenen schoon. Het is een soort voorbehandeling van de stof zodat de kleurpigmenten beter hechten.** Daarna gaan ze in een galappelbad. Zonder deze stap blijft de kleur niet zitten. Dan volgt de meekrap en dan de wasmachine. Bij iedere stof geldt voor de baden weer een andere tijdsduur."
Roua Alhalabi wil weer aan het werk, bedenkt zich, draait zich om en zegt uit de grond van haar hart tegen Lotje Terra: "Dank je wel voor alles, ik ben heel blij dat ik hier mag werken."
*) Sociale Helden West zijn ondernemers en bewoners met impact. Initiatiefnemers die de leefbaarheid van Amsterdam West of hun buurt verbeteren en hiervoor subsidie kunnen krijgen van het stadsdeel.
**) Als je meer wilt lezen over koudbeits, dan is hoofdstuk 2.3 van Natuurlijk verven van Roos Soetekouw een aanrader.
Hoofdbeeld: BORO MINI (foto: Simone van Rees).