Het Antwerpse Modemuseum (MoMu) is momenteel gesloten voor renovatiewerken die tot 2020 zullen duren. Daarom organiseert het tal van activiteiten op locatie. Waaronder ook de recent geopende expositie “Soft? Tactiele dialogen” in het Maurice Verbaet Center. Daarmee focust het museum voor het eerst niet op mode, maar op textiel. Het toont werk van Belgische textielkunstenaars uit de jaren 1970-80 in dialoog met stukken uit de Verbaet-collectie en werken van hedendaagse kunstenaars die zich uitdrukken via textiel.
Tekst: Olu Vandenbussche
Met de oprichting van hun museum in 2015 wilden Maurice en Caroline Verbaet, allebei verwoede kunstverzamelaars, een podium bieden aan miskende Belgische kunstenaars uit de periode 1945-1975. Ook de avant garde textielkunstenaars uit de expositie hadden het in hun tijd niet gemakkelijk. Ze moesten opboksen tegen allerhande vooroordelen over textiel. Zo werd het smalend afgedaan als vrouwenwerk en tot de toegepaste kunsten gerekend. Zij onderzochten de artistieke expressiemogelijkheden van deze zachte materialen en baanden zo de weg voor de huidige generatie die zich complexloos uitdrukt via textiel.
Na een rondleiding op de begane grond waar een monumentaal weefsel van de Pools-Belgische kunstenares Tapta uit de Verbaet-collectie interageert met werken van het MoMu, trekken we richting trappenhal. Daar worden we verwelkomd door een installatie van het jonge Antwerpse duo Wiesi Will. Momu vroeg hen om een visuele link te creëren tussen de twee delen van de expo, dus de werken uit de jaren zeventig en tachtig op de begane grond en de trappenhal met installaties van hedendaagse kunstenaars. Wat hen bij de eerste aansprak, was hun monumentale karakter en de hoge graad van vakmanschap. Deze aspecten behielden ze, maar in plaats van donkere, aardse tonen en grove materialen, kozen ze voor lichte structuren in felle kleuren gemaakt met industriële technieken.
“Door de zichtassen kun je van de ene verdieping werken op de andere verdiepingen zien.”
In samenwerking met het TextielMuseum in Tilburg ontwikkelden ze ragfijne breisels op basis van viscose die een gevoel van “vallen” of “dansen” uitdrukken. Verspreid over verschillende verdiepingen maken deze lichte, kleurrijke volumes de “verloren” ruimte in de trappenhal opnieuw tastbaar. Ook bij het opstellen van de expositie werd er maximaal ingespeeld op de architectuur. Er werden zichtassen gecreëerd waardoor je van de ene verdieping werken op de andere verdiepingen kunt zien. Je ziet ze dus telkens vanuit een ander perspectief. Ook de interactie tussen de werken en met de toeschouwer is elke keer anders.
Deze dialoog staat in heel veel werken centraal. Zo is niet alleen Air dancers het resultaat van een geslaagde samenwerking. De installatie Future van Klaas Rommelaere bestaat uit gehaakte, gebreide en geborduurde panelen met daarop scènes uit zijn dagelijkse leven, films en series, maar ook verwijzingen naar etnische kunst. Hij laat ze door een groep bejaarde dames uitwerken en geeft hen carte blanche op het vlak van materialen, kleuren en technieken. Hun soms verrassende esthetische keuzes voegen een extra dimensie toe aan zijn werk. Christoph Hefti doet voor zijn Animal Masks dan weer een beroep op Nepalese tapijtknopers. En Ermias Kifleyesus werkt zelfs samen met volslagen onbekenden. Hij koopt zijn “doeken” op rommelmarkten, geeft de aanzet tot een schilderij en legt ze vervolgens in internationale telefooncellen waar toevallige passanten ze vervolledigen.
“Soft? Tactiele Dialogen” is nog tot en met 24 februari 2019 te zien in het Maurice Verbaet Center, Mechelsesteenweg 64A te Antwerpen. Je kunt de expositie gratis bezoeken van vrijdag tot en met zondag, 13 tot 18 uur. Wie dit wenst, kan ervoor of erna beneden nog een hapje eten in restaurant Tapta, gerund door chef Magali Verbaet, dochter van. In oktober en november kun je bovendien deelnemen aan het “Soft? Parcours” dat verspreid over Antwerpen verrassende installaties van jonge kunstenaars laat zien die – u raadt het al – in dialoog gaan met de voorbijgangers.
Hoofdbeeld: Klaas Rommelaere, Future (foto: Stany Dederen en MoMu).