De Canadese kunstenaar Omar Badrin is geadopteerd, hij is oorspronkelijk afkomstig uit Maleisië. Zijn uiterlijk verschilde van de blanke Newfoundlanders waartussen hij van jongs af aan opgroeide. Als zichtbare minderheid - er was In Newfoundland niet veel raciale diversiteit - worstelde hij vaak met het verlangen om er bij te horen, hij voelde zich een buitenstaander. Nu gebruikt hij zijn biografie om door middel van zijn werk - een reeks zowel speelse als spookachtige, felgekleurde en halfdoorschijnende gehaakte maskers of lichaamsomhullingen - zijn raciale en culturele identiteit te verkennen.
Tekst: Dorothé Swinkels
“Ik ben begonnen met netten boeten. Het voelde echter niet authentiek voor mij, omdat ik geen directe relatie met de visserij heb. Ik koos in plaats daarvan voor haken omdat er overeenkomsten waren met het maken van netten en ik me er persoonlijk wel bij betrokken voelde. Ik ben opgegroeid terwijl ik mijn grootmoeder en moeder zag haken, dus ik ken de techniek en deze heeft een diepere betekenis voor mij. Haken is voor mij een manier van denken en reflecteren - omdat het repetitieve proces van het medium zich daartoe leent. Ik heb het gevoel dat ik veel ruimte heb om te experimenteren. Ik wilde het haken gebruiken als een manier om mij meer verbonden te voelen met mijn adoptieomgeving en om een familietraditie door te geven.”
"Door het maken van deze maskers kon ik mijn relatie met Newfoundland beter begrijpen"
“Het is zo dat ik dit medium heb kunnen gebruiken om dingen die me bezighouden te verwerken en te verbeelden. Opgroeiend droeg ik zelf als het ware 'een masker' ter bescherming tegen racistische pestkoppen in mijn omgeving. Door het maken van deze maskers kon ik mijn relatie met Newfoundland beter begrijpen en ben ik tot het besef gekomen dat ik me daar altijd een buitenstaander zal blijven voelen. Dat wil niet zeggen dat het verlangen om erbij te horen verdwijnt, het duikt vaak weer op.”
“Ik gebruik graag fluoriserende materialen in mijn werk. Ik geniet van de wisselwerking tussen mijn maskers en de felle kleuren. De maskers zijn bedoeld om te verbergen wat eronder ligt, maar ze trekken er ook de aandacht naar toe. Eigenlijk is er geen echte schuilplaats, heb ik - zichtbaar anders opgroeiend - ervaren. Je kunt er niet aan ontsnappen of je ervoor verbergen.”