Mulyana heeft een octopusachtig wezen gecreëerd (“Mogus”) die leeft op zogenaamde koraaleilanden. Dat zijn fascinerende zachte sculpturen geïnspireerd op het onderwaterleven. De Indonesische textielkunstenaar maakt zich grote zorgen over het verdwijnen van koraalriffen, die 25 procent van al het oceaanleven herbergen.
Tekst: Dorothé Swinkels
Mulyana omschrijft zichzelf trots als “een man die breit”. Hij ervaart breien als een vorm van meditatie en gebed. Zijn werken maken de kijker bewust van het natuurlijk evenwicht van werelden die aan ons oog onttrokken zijn, behalve voor hen die zo bevoorrecht zijn daar rond te kunnen snorkelen. Ondanks het feit dat koraalriffen er slapend uitzien bieden ze een optimaal geschikte omgeving voor onderwaterplanten en dieren om op te leven, in te leven en er een toevluchtsoord te vinden. Ze fungeren als een reusachtige rots die de zwakken beschermt tegen turbulente omstandigheden en levensbedreigende dieren.
“Mogus staat symbool voor het feit dat Mulyana de mensen om hem heen wil helpen.”
De octopus is door de jaren heen Mulyana’s alter-ego geworden. Hij noemt hem “Mogus” (monster), omdat hij meerdere “handen” heeft. Het monster staat symbool voor het feit dat Mulyana, zolang hij leeft, een helpende hand wil zijn voor de mensen om hem heen.
De koraaleilanden realiseert Mulyana in samenwerking met mensen uit de plaatselijke gemeenschap die hij heeft opgeleid. De koraaleilanden beginnen hun leven als kleine gehaakte en gebreide organismen, modules, die langzaam maar zeker in stille contemplatie aangroeien tot felgekleurde clusters van organische, dicht op elkaar zittende vormen.
Niet alle werken van Mulyana zijn kleurrijk. Hij maakt de laatste tijd ook grijze en zwarte werken. Die verwijzen naar de vernietiging die toeslaat op de koraalriffen door klimaatverandering, overbevissing, vervuiling en afvoer van landbouwgiffen. Deze werken zijn een uiting van het verdriet dat de kunstenaar ervoer toen hij snorkelde in het water bij Lombok en de Gili-eilanden. Hij zag er dat het koraal aan afsterven is. Alleen de vissen zwemmen er nog kleurrijk, maar hongerig, rond. Hij voerde ze zijn eigen meegenomen brood.